60 miljoen compensatie voor tegenvallers Zeesluis IJmuiden

Fossiele brandstoffen - artist's impression - luchtbeeld
Beeld: archief OTAR - aangeleverd door Port of Amsterdam

Het Rijk moet de bouwers BAM en VolkerWessels bijna 60 miljoen euro vergoeden voor de tegenvallers die optraden bij de realisatie van de Zeesluis IJmuiden. Dat is de uitkomst van een procedure bij een onafhankelijke geschillencommissie. Minister Harbers van IenW heeft dit op 15 maart j.l. aan de Tweede Kamer geschreven.

BAM en VolkerWessels vonden dat de overheid als opdrachtgever deels verantwoordelijk was voor de opgelopen kosten. Zij zijn nu dus in het gelijk gesteld door de geschillencommissie onder leiding van Tjibbe Joustra. Het advies van de commissie is bindend.

Schadecomponenten

De vastgestelde schadevergoeding kent twee componenten. De eerste is een bedrag van 10,4 miljoen euro vanwege wijzigingen in de DBFM-contracten met de bouwers. Daarvan stelt de minister dat dat een verwachte uitkomst was, waarvoor het projectbudget toereikend is. De andere 49,5 miljoen zijn schadelast door vertragingen en onvoorziene financieringslasten. De grootste vertraging ontstond in 2018, toen de constructie voor plaatsing van de sluisdeuren te zwak bleek.

Afronding bouwfase

De Zeesluis IJmuiden kostte zowel BAM als VolkerWessels 112 miljoen euro meer dan geraamd. Ook het Rijk boekte eerder al 64 miljoen euro’s aan de tegenvallers af op het megaproject. De uitspraak van de geschillencommissie betekent dat de bouwfase van de Zeesluis IJmuiden nu, twee maanden na de officiële openstelling, kan worden afgerond. De onderhoudsfase van het contract loopt nog tot 2047.