Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, heeft grote zorgen voor de infrasector. “Voor het gebruik van nieuwe infrastructuur is nog steeds onvoldoende stikstofruimte beschikbaar”, stelt hij (foto: Rijkswaterstaat/Henk Roolvink).

Bouwend Nederland is blij dat er geen natuurvergunning meer nodig is voor bouwactiviteiten in de bouw- en sloopfase. Deze vrijstelling is onderdeel van het vandaag gepresenteerde wetsvoorstel ‘Stikstofreductie en natuurverbetering’. Met deze gedeeltelijke vrijstelling komt de aanleg van woningen na anderhalf jaar eindelijk uit het vergunningenmoeras. De zorgen van de vereniging van bouw- en infrabedrijven over de aanleg van infrastructuur zijn hiermee echter niet weggenomen.

Voor de uitstoot in de gebruiksfase is immers nog steeds een vergunning nodig, en daar is nog onvoldoende stikstofruimte voor gerealiseerd. Dit blijkt onder andere uit de brief die minister Cora van Nieuwenhuizen onlangs aan Tweede Kamer stuurde. Voor vier van de zeven geprioriteerde MIRT-projecten is nog geen stikstofruimte gevonden. Daarnaast blijven, mede door corona, de investeringen in gemeentelijke infrastructuur achter en is structureel te weinig geld beschikbaar voor aanleg, vervanging en renovatie van fietspaden, ov-verbindingen en wegen. Dit terwijl deze opgave enorm is.

Woningbouw komt eindelijk uit vergunningenmoeras
“Ik ben blij dat de vergunningverlening na anderhalf jaar nu weer op volle kracht kan komen. Het kabinet trekt met name de bouw van woningen weer vlot. Voor de infrasector blijf ik grote zorgen houden. Voor het gebruik van nieuwe infrastructuur is nog steeds onvoldoende stikstofruimte beschikbaar”, aldus Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. “Ik roep het kabinet dan ook op om alsnog in te zetten op een forse reductie van stikstof bij de bron. Zo ontstaat alsnog de benodigde ruimte voor de gebruikersfase van infrastructuur en voor nieuwe economische ontwikkelingen. Bovendien is dit de enige manier om de natuur structureel te versterken.”

Bouwsector levert bijdrage aan stikstofreductie
Bouwend Nederland laat weten graag het gesprek aan te gaan hoe de bouw- en infrasector zijn steentje kan bijdragen aan de stikstofreductie. De vereniging zegt blij te zijn met de gelden die het kabinet hiervoor beschikbaar heeft gesteld. “De sector heeft hier inmiddels ook goede plannen voor. Wel vindt Bouwend Nederland dat de inspanningen om stikstofuitstoot te verminderen bij alle veroorzakers even groot moet zijn. Gelijke monniken, gelijke kappen. De bouw is immers met 0,6% van de stikstofuitstoot maar een kleine vervuiler”, zo stelt Bouwend Nederland.
Ook vraagt de branchevereniging om de effectiviteit van de maatregelen nauwgezet te volgen, aangezien deze randvoorwaardelijk is voor het in stand houden van de gedeeltelijke vrijstelling voor de bouw- en infrasector.

Snelheid nodig
“Ik hoop tenslotte dat de voorstellen van de minister spoedig door de Tweede kamer in behandeling worden genomen. Dit verdraagt geen uitstel”, benadrukt Verhagen. “De bouw is een economische pijler die bovendien veel maatschappelijke problemen op het gebied van wonen, verduurzaming en mobiliteit op kan lossen. Dus laat Nederland niet onnodig lang wachten.”