Bouwend Nederland
Het bemalen van een bouwput, zoals hier voor het Groninger Forum, kan wel eens verboden worden (foto: Wutsje / Wikimedia Commons / CC-BY-SA 3.0).

Slechte waterkwaliteit kan de bouwsector jaarlijks 17,5 miljard euro aan omzet kosten. Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau Witteveen+Bos, dat voor Bouwend Nederland in kaart bracht wat de risico’s zijn voor de bouw- en infrasector als Nederland in 2027 op veel plaatsen nog niet voldoet aan de Kaderrichtlijn Water.

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) waarborgt de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater in Europa. Als Nederland in 2027 nog niet voldoet aan de KRW, kan dat betekenen dat de bouw- en infrasector 17,5 miljard euro omzet per jaar verliest, als bouwprojecten niet meer vergund kunnen worden. Indien het kabinet samen met het bedrijfsleven forse extra inspanningen pleegt, kunnen de risico’s beperkt blijven, schrijven de onderzoekers van Witteveen+Bos.

Droogpompen bouwput

“In het slechtste geval kan een kwart tot wel een derde van de totale bouwproductie mogelijk niet meer vergund worden,” benadrukt Martijn Verwoerd, senior beleidsadviseur publiekrecht bij Bouwend Nederland. “Het kan zijn dat de vergunning voor het bouwwerk zelf wel kan worden verleend, maar dat geen toestemming mag worden gegeven voor het tijdelijk droogpompen van de bouwput en het lozen van het water uit die bouwput. Als de bouwput niet kan worden drooggepompt, kan ook het bouwwerk zelf niet gebouwd worden. Mogelijk blijft het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen en bijbehorende infrastructuur hierdoor nog verder achter op de ambities die het kabinet heeft.”

Water niet tijdelijk verplaatsen

Ook projecten met strekdammen, dijkversterkingen en bruggen lopen een flink verhoogde kans om in de knel te komen. Net als bij de situatie met PFAS zal mogelijk geen water verplaatst mogen worden, ook niet tijdelijk. Door het verplaatsen van water bestaat namelijk de kans dat de waterkwaliteit op andere plaatsen (tijdelijk) iets achteruitgaat.

Maatwerkvoorschriften

De gevolgen voor de bouw- en infrasector kunnen volgens Bouwend Nederland verkleind worden als bevoegd gezagen besluiten om gebruik te maken van maatwerkvoorschriften verbonden aan vergunningen. Dat zijn extra voorwaarden die je kunt verbinden aan een vergunning, bijvoorbeeld de verplichting om een bepaalde filtertechniek toe te passen bij het bemalen van een bouwput. Overheden mogen zelf bepalen of zij maatwerkvoorschriften willen toepassen, daartoe bestaat geen verplichting.

Drie maatregelen

Bouwend Nederland roept het kabinet daarom op om snel in actie te komen en maatregelen te treffen. “Als we alles op alles zetten en het kabinet de benodigde maatregelen treft en middelen vrijmaakt, dan kunnen een hoop problemen in de toekomst voorkomen worden,” geeft Verwoerd aan. De drie door Bouwend Nederland voorgestelde maatregelen zijn:
1. Voer actief bronbeleid: vervuiling die niet in het water komt, wordt ook geen probleem. Voor de meeste wateren weten we van welke stoffen de normen overschreden worden. Begin daarom versneld met het terugdringen van de uitstoot van die stoffen;
2. Maak meer middelen vrij voor aanpassingen: we weten dat bijvoorbeeld het laten meanderen van kanalen en stromen positief doorwerkt in de waterkwaliteit. Zorg voor voldoende middelen en treedt in overleg met de sector over een programma om deze aanpassingen efficiënt en georganiseerd uit te voeren;
3. Zet maatwerkvoorschriften in: bij bronbemaling of het gebruik van waterstaatswerken moet in gevallen waarbij waterkwaliteit een rol speelt het gebruik van maatwerkvoorschriften uitgangspunt worden, met een ‘ja, tenzij’-uitgangspunt. Alleen bij zwaarwegende belangen kan worden afgezien van toepassing van maatwerkvoorschriften en kan de vergunning geweigerd worden.

Waterveiligheid

Ook de Vereniging van Waterbouwers is geschrokken van de bevindingen van Witteveen+Bos. Het rapport laat volgens directeur Andrea Vollebregt zien dat bij 86 procent van de waterbouwprojecten de vergunningverlening vanwege de Kaderrichtlijn Water in het geding kan zijn. “Als de bevindingen in dit rapport uitkomen, dan betekent dit dat we geen dijken meer kunnen versterken, bruggen niet meer kunnen onderhouden en onze vaarwegen dichtslibben. Terwijl deze maatregelen voor de bereikbaarheid en waterveiligheid van Nederland wel noodzakelijk zijn”, aldus Vollebregt.

Kabinet aan zet

Zij wijst er op dat gezien de problemen met droogte en hoog water in Limburg, Nederland qua klimaatadaptatie al achterloopt op de realiteit. Volgens Vollebregt moet het kabinet nu echt werk gaan maken van effectieve maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren, dus voorkomen dat er te veel schadelijke stoffen in het oppervlaktewater worden gebracht.

Bouwprojecten in gevaar

“Het blokkeren en belemmeren van dijkversterkingen en onderhoudswerkzaamheden biedt geen structurele oplossing voor het verbeteren van de waterkwaliteit, maar brengt wel andere gevaren met zich mee”, stelt Vollebregt. “Juist deze werkzaamheden en projecten zijn randvoorwaardelijk voor de Nederlandse economie, omdat ze niet alleen zorgen voor droge voeten, maar ook voor bijvoorbeeld efficiënte transport en logistiek. Daarnaast moeten we ons realiseren dat we ons in een transitiefase bevinden, waarin we vol in moeten zetten op toekomstgericht en klimaatadaptief bouwen. Ook dat komt hiermee in gevaar.”