Prijs speelt geen rol bij Zwolse dijkversterking

Een van de Zwolse stadsdijken die moeten worden versterkt (foto: Drents Overijsselse Delta).

Waterschap Drents Overijsselse Delta koos een bijzondere aanpak voor het versterken van de stadsdijken in Zwolle. Een etiket valt er op de bedachte contractvorm niet te plakken, aldus projectmanager Peter Staats. Het waterschap wil weg blijven van termen als DBFM (Design, Build, Finance, Maintain) en koos voor een nieuwe vorm van samenwerking met de markt.

“We hebben beperkt ervaring met grote projecten, het managen ervan behoort niet tot de corebusiness. Daar zijn markpartijen voor nodig”, aldus Staats. Voor de verbetering van de 7,5 kilometer veelal onzichtbare stadsdijk, die de Hanzestad beschermt tegen het water uit het Zwolle-IJsselkanaal en het Zwarte Water, koos het waterschap voor een nieuwe vorm van samenwerking met de markt. Het project wordt financieel ondersteund door het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), maar dat legt, in tegenstelling tot het programma Ruimte voor de Rivier, alle risico’s bij de waterbeheerder. Voordat er een schop de grond ingaat, moet de calculatie vooraf een strakke begroting opleveren om risico’s en extra maatregelen op te vangen. “Wat er bovenop komt, is voor rekening van het waterschap. Ook als we het project goed doen, maken we desondanks vijftig procent kans op kostenoverschrijding. Deze discussie is landelijk ook al flink gevoerd. Wij hebben onvoldoende projecten om verliezen uit te middelen. De dijkversterking bedraagt lumpsum al de helft van onze jaarbegroting. Dus moesten we iets slims bedenken om de kans op overschrijding te minimaliseren. Marktpartijen kunnen risico’s als geen ander beheersen. In onze methode laten we de bouwer daarom maximaal meedenken aan de planontwikkeling en als hij goed werk aflevert, wordt hij beloond.”

Winstmarge van 14 procent
Als beloning stelt het waterschap de bouwer een in de calculatie vooraf mee te nemen winstmarge van 14 procent in het vooruitzicht. Dat percentage is gebaseerd op gedegen en diepgaand onderzoek, verduidelijkt Staats, waaronder een bureaustudie op basis van onderzoek van het Economisch Instituut Bouwnijverheid (EIB), een marktconsultatie waarin flink wat bedrijven uit de waterbouwsector zijn gepolst, en de adviezen van een expertteam met onder meer gepensioneerd directeur projecten (‘Mister Betuweroute’) Patrick Buck van ProRail en oud-bestuurder Koene Talsma van Dura Vermeer. “We zetten dit bijzonder stevig in, omdat we dit project tot een succes willen maken. Dankzij al het onderzoekswerk zijn we tot een zeer realistische inschatting gekomen. We gaan straks een scherpe begroting opstellen, die klopt tot het gaatje. De algemene kosten, maar ook de tegenvallers moet het bedrijf dekken met die 14 procent. Als de bouwer het goed doet, houdt hij zo’n drie à vier procent winst over. Met onze nieuwe aanpak prikkelen we de aannemer de beste oplossing te vinden. Natuurlijk kun je zeggen: een dijk is maar dijk, maar er is een grote variëteit aan keuzes mogelijk. In onze aanbesteding vragen we een visiedocument van de bouwer, maar de inhoud hiervan hebben we heel bewust niet te veel ingevuld. We willen geen kant-en-klare oplossing, maar een partij die met ons in een gezamenlijk proces tot het beste resultaat gaat komen.”

Draagvlak onder alle stakeholders
Waterschap en bouwer gaan het ontwerp van de vernieuwde waterkering afstemmen met alle stakeholders in het bomvolle dynamische gebied met uiteenlopende functies, onder wie de inwoners van Holtenbroek die de dijk als recreatiegebied gebruiken. “Er moet draagvlak zijn voor de oplossing die er uiteindelijk uitkomt. Ook de aanwezige industrie wil geen ontwerp waar ze de komende dertig jaar last van heeft.” De uitvoering zelf is daarmee ook spannend, want er mag geen hinder zijn voor de grote economische belangen in de vorm van de 24/7 vrachtwagenproductie bij Scania en het enorme benzinedepot dat heel Noord-Nederland bedient.

Ook keersluis is onderzocht
In de verkenningen is overigens ook de mogelijkheid onderzocht van een keersluis aan de noordkant van Zwolle in de monding van de Overijsselsche Vecht, die het Zwarte Water versterkt. “Een mooie systeemoplossing en dan was de dijkversterking niet nodig geweest. Maar omdat er vanaf de Sallandse Heuvelrug en Deventer zoveel water in de stad terechtkomt, hadden we een enorm gemaal moeten bouwen. Over de hele levenscyclus bleek deze installatie aanzienlijk duurder uit te pakken.” Het waterschap had dan trouwens voor een andere contractvorm gekozen, namelijk een DBM-constructie, om een dergelijke redelijke compacte kering te bouwen, te onderhouden en jaarlijks te testen. De ‘F’ is helemaal niet aan de orde, want de verbeteringen aan de infrastructuur worden immers door het HWBP gefinancierd.

Na de zomer selectie van drie partijen
De Europese aanbesteding is inmiddels gestart. Begin mei heeft het waterschap zijn opzet uit de doeken gedaan op een bijeenkomst met geïnteresseerde marktpartijen. Staats verwacht dat een zevental partijen serieus zal inschrijven. “Na de zomer willen we daar drie kandidaten uit kiezen die een plan van aanpak en een financieel plan gaan schrijven, waarin ze laten zien hoe ze ons in een open boekhouding mee gaan nemen. Ook gaan de betrokken teams van bouwers en waterschap een dag op assessment. Volgens de planning rolt daar begin 2019 een winnaar uit. “De prijs als zodanig speelt daarmee geen enkele rol in de aanbesteding. Kosten- en risicobeheersing des te meer.”

Bron: WaterForum Magazine.

Klik hier voor een uitgebreid artikel over DBFM-constructies bij grote waterbouwkundige werken in WaterForum Magazine nummer 4.