werkvoorraad
Foto: EIB

De gemiddelde werkvoorraad in de grond-, water- en wegenbouw is in maart met een halve maand toegenomen. Daarmee bedroegen de orderportefeuilles in de gww 8,3 maanden. In de wegenbouw steeg de werkvoorraad met vier tiende maand naar 7,1 maanden, terwijl de orderportefeuilles in de grond- en waterbouw met zes tiende maand stegen naar 9,9 maanden.

Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van april 2023 van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie en is op 17 mei gepubliceerd. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 225 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

Slecht weer

Van de bouwbedrijven gaf 43 procent in maart aan belemmeringen te ondervinden bij de productie. In de gww-sector werd weersomstandigheden het vaakst genoemd als knelpunt (in de b&u was een gebrek aan orders de belangrijkste oorzaak). De productie is in de afgelopen drie maanden bij 19 procent van de bedrijven toegenomen en bij 11 procent van de bedrijven afgenomen. Daarnaast beoordeelde 16 procent van de bedrijven de orderpositie in maart als ‘groot’, terwijl ruim één op de tien bedrijven hun orderpositie als ‘klein’ beoordeelde.

Personeel en prijzen

Een kwart van de bedrijven verwacht dat hun personeelsbezetting toeneemt in de komende drie maanden, terwijl 7 procent van de bedrijven verwacht dat deze gaat afnemen. Daarnaast verwacht slechts 37 procent van de bedrijven een prijsstijging in de komende drie maanden. Dit aandeel is in de afgelopen maanden fors gedaald: in december 2022 rekende nog twee derde van de bedrijven op stijgende prijzen.