Foto: Ad Meskens / Wikimedia Commons)

Staatssecretaris Vivianne Heijnen (IenW) heeft een conflict met Eurocommissaris Adina Valean van Transport. Brussel stelt dat de onderhandse gunning van het hoofdrailnet (HRN) aan de NS in strijd is met de Europese regels voor marktwerking op het spoor. Zo’n contract moet volgens Valean eerst worden aangeboden op de vrije markt, zodat meerdere OV-bedrijven kunnen meedingen.

Nederland wil het HRN vanaf 2025 opnieuw onderhands voor tien jaar gunnen aan de NS. Al in juli heeft de Europese Commissie in een brief aan staatssecretaris Heijnen aangegeven dat ons land daarmee serieus het risico loopt de Europese wetgeving te overtreden. Deze brief kwam op 3 oktober boven water, als een bijlage van de Kamerbrief die de staatssecretaris stuurde over de toekomst van het Nederlandse spoor. Volgende week debatteert de Tweede kamer met Heijnen over het HRN.

Meerdere rechtszaken

De Eurocommissaris roept de Nederlandse regering op om het besluit van de onderhandse aanbesteding te heroverwegen. Bovendien is zij inmiddels een juridische procedure tegen Nederland begonnen. Daarmee is zij niet de enige. De concurrenten van NS, verenigd in de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN) begonnen een jaar geleden al een bodemprocedure tegen de Nederlandse Staat. De FMN vindt dat het ministerie de Europese regels heeft geschonden. De concurrenten van NS willen op meer lijnen kunnen rijden dan alleen op de (minder lucratieve) verbindingen buiten de Randstad. Op 1 december 2020 stelde de rechter in kort geding al dat de onderbouwing van de FMN hem “niet onaannemelijk voor komt” en dat de Staat “geen voornemen dient uit te werken dat in strijd is met een EU-verordening”.

NS-concurrenten hebben een zaak

Dat lijkt nu wel het geval, blijkt ook uit de brief van de Eurocommissaris. “Op basis van de informatie die de Europese Commissie ter beschikking staat, concluderen wij dat deze railvervoerders zeker een zaak hebben”, schrijft zij. “En als een Nederlandse rechtbank of het Europese Hof van Justitie daarom vraagt, zullen wij deze zienswijze ook zeker geven.”

Marktanalyse verplicht

Als Nederland de onderhandse gunning doorzet, heeft dat verstrekkende juridische en financiële consequenties, schrijft de Eurocommissaris. Valean wil dat Nederland in elk geval een marktanalyse uitvoert – zoals dat in de EU verplicht is – die zou moeten uitwijzen of andere vervoerders interesse hebben om (delen van) het HRN te exploiteren.

‘Geen verplichting’

Staatssecretaris Heijnen denkt daar echter geheel anders over, zo blijkt uit de Kamerbrief van 3 oktober. Zij refereert daarbij aan de Verordening betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg (kortweg PSO-verordening): “De verplichting tot het uitvoeren van een marktanalyse volgt naar mijn mening niet uit de verplichtingen van de PSO-verordening en volgt ook niet uit de van toepassing zijnde Europese jurisprudentie noch uit de totstandkomingsgeschiedenis bij de PSO-verordening en/of het Vierde Spoorwegpakket. Ik ben dan ook van mening dat ik juridisch gezien geen verplichting heb om een marktanalyse uit te voeren.” Heijnen stelt wel dat ze de komende periode in gesprek blijft met de Europese Commissie: “De uitkomst van deze gesprekken kan ertoe leiden dat ik de verdere invulling van het vervolgproces bijstel. Ik kan uw Kamer – indien gewenst – nader inhoudelijk informeren over de laatste stand van zaken van deze gesprekken met de Europese Commissie en de eventuele gevolgen voor de voorgenomen onderhandse gunning, via een besloten technische briefing.”