Waddenzee
In Zeeland was een experiment met een kunstmatig rif al zeer succesvol: het geplaatste element was binnen een jaar overwoekerd met zeedieren en -planten (foto: Reefsystems).

Op de Groningse Lauwersmeerdijk aan de Waddenzee wordt de komende drie jaar getest hoe de onderwaternatuur bij de voet van de dijk het best verrijkt kan worden. Daarvoor worden tien verschillende rif-elementen en getijdepoelen geplaatst. Het is voor het eerst dat er een proef op deze schaal wordt gedaan op een dijk in de Waddenzee.

In Zeeland en het Noordzeekanaal lopen al soortgelijke proeven met betonnen kunstriffen, maar op kleinere schaal. Die bleken volgens de betrokken partijen een groot succes. Zo was het in Zeeland geplaatste element binnen een jaar overwoekerd met zeedieren en -planten. De proef in de Waddenzee moet nieuwe inzichten opleveren over hoe de waterkwaliteit en natuur in de Waddenzee zijn te verbeteren. Zodat het ecosysteem zich kan herstellen en veerkrachtiger wordt om effecten van klimaatverandering op te vangen.

Rif-elementen en getijdepoelen

Door de aanleg van dijken, nodig voor de waterveiligheid, is de geleidelijke overgang tussen wad en land verdwenen, met negatieve gevolgen voor de waterkwaliteit en natuur. Voor de versterking van de Groningse Lauwersmeerdijk werkt waterschap Noorderzijlvest samen met zijn partners aan extra’s voor de natuur op en rond de dijk. Onderdeel daarvan is de onderwaternatuur bij de teen van de dijk. Een aangepaste kunstmatige, harde dijk kan een nog betere functie vervullen voor organismen in het Wad. Door de plaatsing van rif-elementen en getijdepoelen worden er namelijk schuil-, rust- en paaiplekken gemaakt voor verschillende diersoorten. Zoals vissen, maar ook schelpdieren, weekdieren en algen hebben er baat bij: zij kunnen zich hechten aan de elementen. Zo ontstaat meer biodiversiteit en productiviteit. Er wordt getest met tien verschillende rif-elementen en getijdepoelen op verschillende locaties en dieptes.

Verschillende functies

De rif-elementen en getijdepoelen hebben verschillende functies. De getijdepoel is een element dat watervasthoudende functies toevoegt aan golfbrekers, beschoeiingen en dijken. Zo creëert het ecosystemen die natuurlijke rotspoelen nabootsen, de biodiversiteit vergroten en tegelijkertijd de dijk versterken. De rif-elementen vormen een kunstmatig rif dat de biodiversiteit stimuleert, maar ook gebruikt kan worden als golfbreker en ter bescherming van de dijk. Oesters, mosselen, koralen en wieren kunnen op deze structuren hechten terwijl het rif ook schuilplek en voortplantingsgebied biedt aan vissen, schelpdieren ander vormen van onderwaterleven.

Wetenschappelijk onderzoek

Rijksuniversiteit Groningen en hogeschool Van Hall Larenstein monitoren de voortgang in een wetenschappelijk onderzoek. De uitkomsten daarvan worden gebruikt bij het maken van het definitieve ontwerp van de nieuwe Lauwersmeerdijk, met een rif voor de dijk. Daarnaast vervult het onderzoek ook een bredere rol: hierdoor komt er meer inzicht in de effecten van de rif-elementen en getijdepoelen in de Waddenzee. Er wordt onderzocht en gevolgd welke soorten zich vestigen op welke elementen en in welke mate ze het waddenecosysteem verrijken. Deze informatie kan worden toegepast bij toekomstige projecten rondom het wad, zoals bij andere dijkversterkingen of aanpassingen van andere kunstmatige, harde structuren in de Waddenzee. De proef zal uitwijzen op welke manier de toename aan leefgebieden en verbinding tussen het wad en het land bij de dijk het beste gerealiseerd kan worden.

Samenwerking

Waterschap Noorderzijlvest is opdrachtgever voor de proef. Partners van het project zijn Het Groninger Landschap, Rijkswaterstaat Noord-Nederland, gemeente Het Hogeland, provincie Groningen, ingenieursbureau Arcadis en aannemerscombinatie Waddenkwartier (Heijmans en GMB). Het project wordt mede gefinancierd vanuit het Waddenfonds en de Programmatische Aanpak Grote Wateren. De leveranciers van de elementen zijn ECOncrete Tech, ReefSystems en Moreef. Van Hall Larenstein en Rijksuniversiteit Groningen monitoren en onderzoeken de ecologische ontwikkeling.